De houtverwarming wordt regelmatig aangewezen als de oorzaak van fijnstof in de lucht. Maar verwarren we niet oorzaak en oplossing? Het probleem ligt minder bij de brandstof zelf dan bij verouderde technologieën en verkeerd gebruik.
Onze opiniekaart is ook te lezen op de website van La Libre : Chauffage au bois et qualité de l'air : le vrai enjeu est la tech, pas le combustible !
Het verschil tussen een open haard en een moderne installatie die voldoet aan de Ecodesign-normen (van kracht in België sinds 2022) is enorm: de uitstootfactor van de tweede is 50 tot 100 keer lager. Met andere woorden: een slecht gebruikte open haard kan sterk vervuilen; een moderne, goed geïnstalleerde en correct gebruikte houtketel stoot heel weinig uit.
In Brussel wordt ongeveer een kwart van de fijnstof (PM2,5) toegeschreven aan het wegverkeer en een kleiner deel aan houtverwarming. Toch is de algemene trend duidelijk: de luchtkwaliteit is de afgelopen twintig jaar sterk verbeterd. Net als de auto-industrie heeft ook de houtverwarming een spectaculaire daling van de emissies doorgemaakt in het afgelopen decennium. Dankzij normen en innovatie: terwijl auto's hun uitstoot met ongeveer een derde hebben verminderd in tien jaar tijd, tonen de beste houttoestellen een daling van een veel grotere orde van grootte. Het echte probleem vandaag is niet technisch maar “demografisch”: oude toestellen blijven te lang in gebruik.
Geen enkele energie is zonder impact
Moeten we hout dan verbieden? We hebben de auto nooit verboden omwille van verkeersongevallen; we hebben rijbewijzen, technische keuringen en veiligheidsnormen ingevoerd. Laten we hier hetzelfde doen: reguleren, moderniseren, opleiden.
Laten we één principe niet vergeten: geen enkele energie is zonder impact. Warmtepompen vereisen gevaarlijke componenten, versterkte elektriciteitsnetten en zware industriële ketens; gas voedt de klimaatverandering; hout stoot fijnstof uit als het toestel oud is of slecht gebruikt wordt. In plaats van energiebronnen tegen elkaar uit te spelen, moeten we streven naar complementariteit: zoals in de Scandinavische landen – een warmtepomp voor dagelijks gebruik en een efficiënt houttoestel als bijverwarming in de winterpiek. Dat biedt flexibiliteit en een beheersbare kost, zonder de elektriciteitsproductie te overdimensioneren.
We moeten ook streven naar veerkracht in deze onzekere tijden: is het echt verstandig dat men in Utrecht premies geeft voor het verwijderen van schoorstenen (!), terwijl men in Finland de gezinnen aanmoedigt om minstens drie dagen volledig autonoom te kunnen zijn, ook qua warmtevoorziening?
Vooroordelen in de fik!
De juiste aanpak is de volgende: Ten eerste, de vervanging versnellen van open haarden en oude kachels door gecertificeerde toestellen, geplaatst door professionals, met een correcte trek en schoorsteen volgens de regels van de kunst. Ten tweede, huishoudens begeleiden: gecertificeerd droog hout, aansteken van bovenaf, regelmatig onderhoud. Ten derde, gemeenten ondersteunen met lokale campagnes, gerichte hulp en opvolging van het toestelbestand. En ten slotte: voortzetten met luchtkwaliteitsmetingen om beleid te evalueren op basis van resultaten, niet op basis van vooroordelen.
Ervaringen in Europa hebben het al bewezen: de vernieuwing van het toestelpark vermindert de uitstoot aanzienlijk zonder afstand te doen van de voordelen van hout (lokale hulpbron, bijdrage aan koolstofneutraliteit, koopkracht en energiezekerheid). Het debat zou beter af zijn zonder karikaturen: het is niet het hout dat we moeten veroordelen, maar de veroudering. Wetenschap, correcte installatie en goed gebruik maken het verschil.
En die witte pluim boven een dak? Meestal is dat gewoon waterdamp die condenseert in de koude lucht. Vervuiling is niet altijd waar het oog ze ziet; de oplossing ligt binnen handbereik: moderniseren, opleiden, meten.